maandag 4 juni 2012

# 00041

De gouden tijden zijn voorbij. Ik zal met minder genoegen moeten nemen.

Het is allemaal mijn eigen schuld. De afgelopen jaren spatte het geld tegen de plinten omhoog, maar vergat ik hiervan een substantieel deel te sparen of te gebruiken voor het aflossen van mijn torenhoge studieschuld.

Wat nu te doen? Ik ben pas net begonnen aan mijn nieuwe carrière als schrijver/nachtburgemeester. Is het verstandig nu te gaan snijden in eigen vlees?

Al twee kwartalen op een rij is mijn inkomen flink gekrompen, terwijl dat van mijn omringende vrienden nog steeds blijft groeien. Ligt dat aan mij, of is het evident aan het feit dat ik, ook ten tijde van crisis, nogal afhankelijk ben van mijn verbale export?

Ik beschouw mijn carrière op dit moment als een jong plantje. Moet je die water geven of met een grote snoeischaar aan komen zetten?

Hoe dan ook, in mijn eentje red ik het niet. Ik heb geluk met mijn lieve ouders, die tot op heden de tekorten nog aan mij hebben durven lenen. Tot op heden, want ook zij beginnen deze problemen met argusogen te bekijken nu ik al enkele maanden achtereen een tekort van meer dan vijf procent op mijn begroting heb.

Totnogtoe betaal ik nog geen noemenswaardige rente, maar het is nog maar zeer de vraag of ik ook zonder fikse bezuinigingen dezelfde status als mijn broer en zus zal weten te behouden. Zeker nu mijn vader als economisch toezichthouder te kennen heeft gegeven dat ik de komende maand maximaal drie procent in de min mag eindigen.

Er wordt gedreigd met een boete, maar zou hij die ook daadwerkelijk uitdelen als ik me er niet aan houd?

Begrijp me goed. Op de lange termijn streef ik naar begrotingsevenwicht. Ik weet dat ik niet op deze voet door kan blijven gaan. Ik wil mijn kleinzoon ook niet met een immense schuld opzadelen. Ik twijfel er echter wel heel erg aan of dit het juiste moment is om minder uit te gaan geven aan papier, inkt en alcoholica. Mijn instinct zegt me zelfs nu deze uitgaven te verhogen, om de inspiratie een broodnodige impuls te geven waardoor het zichzelf de komende jaren vanzelf weer terugverdient.

Daarbij, als onafhankelijk schrijver gooi je toch niet je soevereintiteit te grabbel, slechts om gehoor te geven aan dat Brabants dictaat?

Gisteren zat ik wederom in mijn stamkroeg, omringd door andere beginnende kunstenaars. Zij kennen vrijwel allemaal dezelfde financiële problemen. Het schept een band, dat zonder meer. En het is fijn om gezamenlijk over eventuele oplossingen te debatteren.

Zet er twee tegenover elkaar en je hoort totaal tegenovergestelde meningen. Toch waren we het er allen over eens dat het nu tijd was voor drastische maatregelen. Aldus werd een plan geopperd dat zou moeten voorkomen dat iemand van ons ooit zonder eten komt te zitten of genoodzaakt zou zijn onder de brug te slapen.

Iedereen pinde, voor velen de laatste, honderd euro en kwam terug naar het tafeltje. Omdat niemand van de groep genoeg vertrouwd werd om deze pot bij te houden, besloten we het geld voor uiterste noodsituaties ergens in deze kroeg te verstoppen. Eén voor één gingen we voor de grote booschap naar het toilet, om zo het geld te kunnen deponeren in onze geheime kluis.

Ik was als derde aan de beurt. Ik deed de deur voor alle zekerheid op slot, draaide me om en tilde de bovenkant van het geheel, naast de doorspoelknop, voorzichtig omhoog. Ik zag vier briefjes van vijftig. Tot zover was dus iedereen nog te vertrouwen.

Terwijl ik mijn vijf twintigjes erbij legde, hoopte ik dat deze daad de luiheid van de anderen niet zou bevorderen. En dat er geen lek zou ontstaan door een dronken idioot die veel te onbesuisd doorspoelt.


30 mei 2012

maandag 21 mei 2012

# 00039

Ik ben het weer kwijt. Ik weet dat ik als altijd geduldig moet blijven en er op kan vertrouwen dat de inspiratie terug zal keren, maar zeker ben ik er nooit van.

Het is me te gemakkelijk geworden. Toen ik enkele weken geleden nog van hostel naar hostel trok met een koffer vuile kleren, een telefoon zonder internet en geen cent te makken, greep ik elk moment van relatieve rust direct aan om de pen te hanteren. Nu geen enkele reden meer daarvoor.

Ik word wakker. Niet gewekt door schoonmaaksters, stuiterende pubers op de gang of te extreme rugpijn, maar gewoon, uitgeslapen. Desondanks nog tijd te over om me nog enkele keren om te draaien.

Ik word wakker. Ik verzamel mijn krachten en loop naar de badkamer. Putdekseltje naar beneden en de rode kraan vol open. Het duurt enige minuten voordat de kuip betredenswaardig is, dus waggel ik eventjes naar de keuken. Een ijskast vol voer en sap.

Ik lig in bad. Geen idee van tijd, maar de kans op haast is toch nul.

Ik word wakker. Het water is inmiddels lauw geworden. Wederom de rode kraan, maar nu zachtjes. Laat het langzaam weer heet worden.

Ik word wakker. Te heet nu. Laat ik er maar eens langzaampjes uit gaan.

Terug in de kamer. Slechts een koffer en een matras. Laat ik de laatste maar weer gebruiken om op te gaan liggen.

Wifi aan. Nu.nl, VI.nl, FB.
DWDD. Nu.nl, VI.nl, FB.
P&W of KvdB. Nu.nl, VI.nl, FB.
Pownews. Nu.nl, VI.nl, FB.
Hoeveel keer is mijn blog vandaag al bekeken?

Ik word wakker. Zeven uur inmiddels. Tijd om aan eten te gaan denken. Ik waggel naar de keuken, buk voor de vriezer, zet de oven op 220 graden. Ik ben kapot.

Enkele minuten wachten. Nu.nl, VI.nl, FB.
De pizza er in. Enkele minuten wachten.

Muren wit, niets om van te schrikken. Bestek schoon, niets op te poetsen. Hoofd opgeruimd, niets te klagen.

Huur betaald, niets te vrezen. Schone onderbroeken, niets te schamen. Vrienden op de hoogte, niets te verklaren.

Pizza op. Waar blijft die zin? Een eerste zin, alles wat ik nodig heb. De rest volgt vanzelf.

Hij is er niet. En je zult het weer zien: vanavond aan het tafeltje in de kroeg schieten de geniale ingevingen me weer in recordtempo om de oren. Pen weer vergeten, of te lui er gebruik van te maken. Dit is zo briljant, het kan niet zijn dat ik dit morgen al vergeten ben.

Nog een idee, I'm on fire vanavond! Wat was het vorige ook al weer? Ach, wat maakt het uit. Zo goed als dit zal het niet kunnen zijn geweest. Dit is namelijk precies de spijker op zijn kop, dit moest altijd al gezegd. Vereeuwigde waarheid. Want...

Wacht, wat dacht ik nou ook al weer?


18 mei 2012

maandag 14 mei 2012

# 00036

Wat is er gisterenavond nou weer allemaal gebeurd? Ik sta er misschien niet meer zo lang bij stil omdat er elke dag wel weer absurde taferelen langs mijn netvlies schieten, maar laat ik niet vergeten hier zo nu en dan ook het een en ander van te noteren, voordat ik me over onbepaalde tijd slechts nog herinner dat het rare tijden waren waarin ik andermaal mijn leven trachtte te evalueren.

Meer details dus. Lukrake belevenissen van willekeurige avonden. Zo zal mijn kleinzoon er pas een goed beeld van krijgen.

Wat te vertellen van gisterenavond? Waar was ik ook al weer?
Oh ja, gisterenavond hoefde ik voor het eerst sinds ruim een week niet 's avonds te werken. De gehele avond en nacht, helemaal naar eigen wens in te vullen.

Het overdonderende aanbod hier heeft er voor gezorgd dat ik niet meer de illusie heb de meest optimale keus te kunnen maken. Ik neem derhalve steeds vaker dezelfde beslissing. Als ik immers zou gaan twijfelen zou ik met geen enkele uitkomst meer tevreden kunnen zijn.

Dezelfde wijk dus, dezelfde straat, dezelfde kroeg. Dezelfde pizza capri op mijn weg ernaartoe. Dezelfde gezichten aan hetzelfde tafeltje in dezelfde rokersruimte, die enkele vierkante meters groter is dan de gehele kroeg zelf.

Toch totnogtoe geen routine, geen verveling. Elke avond is weer anders door de wisselende tafelgenoten die elkaar in onafgesproken termijnen aflossen.

Het gezicht dat me het meest bij staat van gisteren was van een Zweedse jongen. Door vijf kroegentochten per week, internationale huisgenoten in mijn nieuwe woning en het regelmatig bezoeken van deze kroeg moet ik bekennen dat mijn nieuwsgierigheid tanende is. Drie weken geleden nog vroeg ik elke Spanjaard naar de jeugdwerkloosheid, elke Arabier naar Israël, elke Rus naar Poetin, elke Duitser naar 1988, elke Amerikaan, Griek, Fransman of Nederlander naar de verkiezingen.

Gebleken is dat ook dat op den duur vervelen gaat. Desalniettemin had ik zo mijn redenen een gesprek met deze Zweed aan te willen knopen. Ik onderbrak het onderhoud met mijn vaste Arabische gesprekspartner om mijn voeten van de stoel voor me te halen en deze met een vriendelijke glimlach aan de jongen aan te bieden. Hij zag er vermoeid uit, maar ik hoopte dat dat niet de enige reden was van dit zitaanbod gebruik te maken.

De Arabier vervolgde zijn relaas. Het kon zijn dat ik reeds te veel gezopen had, maar misschien was het wel het nieuwe gezelschap dat ervoor zorgde dat ik de aandacht niet al te best bij het verhaal kon houden.

Enkele minuten en meerdere oogcontacten later betrad de volgende figurant de scène. Een man, wiens roots vermoedelijk in Afrika lagen, wierp enkele blikken naar onze tafel. Langzaam stiefelde hij naderbij, om ons ten slotte een little green bag te tonen. Met beide handen vast, ter hoogte van zijn navel.

De Arabier en ik hadden aan één blik genoeg, grepen wat munten uit onze beurzen en rondden de deal af.

Nu ik noodgedwongen shag ben gaan roken ging deze klus me opvallend gemakkelijk af. Zodoende duurde het nog geen vijf minuten voordat ik de Arabier de eer gunde voor het startschot om deze avond in rook op te laten gaan.

Het was een hele tijd geleden. In Nederland hoefde ik maar uit het raam te kijken of het was binnen handbereik. Hier moet je in de meeste gevallen heel bewust op zoek. Ik weet dat het dan absoluut niet lang hoeft te duren, maar gelukkig ben ik er vooralsnog te lui voor.

Nu voelde ik het weer. Dat was dus de reden dat ik het ooit zo lekker gevonden heb! Er moet alleen af en toe wat tijd tussen zitten om het weer te kunnen waarderen!

Zo halverwege, na allebei drie beurten te hebben gehad, besloot ik het deze keer niet direct naar de Moslim terug te pasen, maar schoof ik het in de asbak door naar links.

Na enkele twijfelende blikken besloot de Zweed ook van dit aanbod gebruik te maken.
'Where are you from?' vroeg ik de Zweed.
'From Sweden', antwoordde de Zweed.
Zweden dus, dacht ik, kijkend naar de Zweed.
Hij nam het er flink van. Ik was alert. Shit, hierna is natuurlijk weer die Moslim aan de beurt. Zul je zien dat er straks voor mij nog maar één of twee hijsen overblijven.

De Arabier vervolgde zijn verhaal. Syrië als sleutelland van deze nieuwe Koude Oorlog, zoiets ving ik op. Mijn concentratievermogen was dusdanig gezakt dat ik niet meer in staat was zijn visie met enkele scherpe, nuancerende vragen te interrumperen. Mijn blik kruiste wederom die van de Zweed, zeker nadat hij zijn voeten vlak naast de mijne had gezet. Onze ogen dachten hetzelfde: laat maar lullen die Moslim, hier zijn belangrijker zaken gaande.

Ik moest zo nu en dan naar rechts blijven kijken, anders werd het te opvallend. Ik knikte ja, grinnikte waar nodig. 'That's true', hoorde ik mezelf nog zeggen voordat de volgende vreemde tinteling door mijn lichaam schoot.

Zijn knie. Zijn rechterknie, overduidelijk leunend tegen mijn linker. Eerst zachtjes, maar daarna met steeds meer overgave.

Ik keek hem weer aan. Dit keer keek hij niet terug, maar aan zijn ogen was duidelijk te zien dat ook hij langzamerhand hogere sferen bereikte.

Het verhaal ging maar door. De laatste troef van China en Rusland, wat al niet meer. Het viel me zwaar de interesse te blijven veinzen.

Gelukkig brak de Zweed het ijs. En hoe! Als een volleerd acteur viel hij aan het begin van een nieuwe, ongetwijfeld weer eindeloze zin overdreven in slaap. En waar! Hij besloot dit te doen naar zijn rechterzijde, waardoor zijn hoofd op mijn schoot plofte.

Aantrekkelijk en ook nog eens gevoel voor humor. Was dit dan eindelijk? Zou het echt kunnen dat? Moet ik nou nog twijfelen? Oogcontacten, begrijpende blikken, de knie. Deze grap had ook gewerkt als hij met zijn hoofd op tafel was gaan liggen. Maar hij verkoos mijn schoot! Eindelijk contact. De eerste genegenheid sinds ik ruim een maand geleden om kofferruimtetechnische redenen afscheid moest nemen van knuffelbeer Leopold.

Hij bleef liggen, zelfs toen de Arabier en ik uitgelachen waren. De Syriër zette zijn verhaal wederom voort, maar vanaf nu voelde ik me totaal niet meer bezwaard om hem te negeren. Ik verplaatste de halve liter van mijn linkerhand naar de rechtse, nam een flinke teug en was alle zenuwen de baas.

Ik aaide door zijn donkerblonde krullen. Zo zacht, zo speels. Zo perfect zonder enige moeite. Ik streelde zijn nek, masseerde met mijn vingertoppen langzaam alle ruggenwervels. Langzaam, van boven naar beneden.

Rechterhandje erbij. Dan maar even geen slokken en hijsen. Er zijn toch belangrijkere dingen op Aarde. Wat heerlijk. Dat hij zich in zo'n korte tijd zo veilig bij mij kon voelen. Geen spanning in het lichaam. Geen schokjes na een nat vingertje in het oor. Totale devotie. Geen oog of oor meer voor al het andere onwezenlijke in deze kroeg. Slechts behoefte aan mijn warme schoot. Kon dit maar eeuwig blijven duren.

Bewoog hij nou heel even? Wat? Oh nee, dacht even dat hij zijn hoofd weer iets optilde, maar bedenk me nu dat daar een andere oorzaak voor is.

Waarom moet ik nu pissen? Godverdomme! Moet ik wel pissen? Volgens mij helemaal niet, maar nu ik er eenmaal aan gedacht heb kan ik het gevoel niet meer onderdrukken. Jezus Hansie, laat je je neurotische trekjes weer een mooi moment vergallen? Hou het op man. Deze vibe gaat misschien verloren als je hem nu dwingt rechtop te gaan zitten en zelf voor enkele minuten het toneel verlaat.

Aai. Streel. Knijp. Span je buikspieren af en toe voor meer interactie.

Ik hou het niet meer. Ik moet nu naar de plee om kwijt te raken wat kwijt moet en te knipogen naar de spiegel. Kan ik meteen wat water tegen mijn gezicht smijten om straks zo fris mogelijk aan de mooiste ervaring van mijn leven te beginnen.

De Arabier leek klaar met zijn verhaal, dus ik hoefde hem niet te onderbreken om mede te delen dat ik naar het toilet ging. Ik verwachtte dat de Zweed hierop wel wist wat te doen, maar hij gaf geen krimp. Een volhoudertje dus, hou ik van!

Een minuut ging voorbij, misschien twee. Ik besloot toch maar wat aan te dringen, hoe spijtig ik het ook vond hem te vragen mijn droomscenario voor even te eindigen.

Ik tikte op zijn schouder. Ik kneep in zijn nekvel.
'Hey, I'm coming back soon. Then you can lay down there as long as you want.'

Niks. Dan maar forceren. Ik tilde zijn hoofd op in de veronderstelling dat hij de restmoeite zelf op zich zou nemen. Loodzwaar.

'Hey! Hey!'
Ik opende een ooglid in de hoop direct een ondeugende blik te treffen. Egaal wit.

'Hey, Swedish guy! Hey!'
Ik trok zijn hoofd aan zijn haren omhoog en plaatste mijn handpalm tegen zijn voorhoofd. Koud Zweed.

Ik liet de haren maar weer los en besloot het gezeik toch maar uit te stellen. Ik aaide door zijn donkerblonde krullen. Zo zacht, zo speels. Zo perfect zonder enige moeite. Ik streelde zijn nek, masseerde met mijn vingertoppen langzaam alle ruggenwervels. Langzaam, van boven naar beneden.

Rechterhandje erbij.

'Weren't you going to the toilet?' vroeg de Moslim na een vredevolle stilte die misschien wel een kwartier geduurd had.
'Yes, but he doesn't want to move', antwoordde ik, terwijl ik met mijn hoofd naar beneden knikte.
'Is he alright?'
'Yes, I like him.'
'No, is he feeling alright?'
'I think so, why?'
'He didn't move or talk for like an hour now.'
'Maybe he has better things to do.'
'No, I'm serious. Try to wake him!'

Poging twee: loodzwaar, egaal wit, koud Zweed.

'No, he doesn't want to move.'
'What the fuck man, let me check his pulse.'
'Okay, if you insist.'


10 mei 2012

# 00033

Dit is mijn afscheidsbrief.

Schrikt U niet, ik kom terug. Ik zal U echter voorlopig niet meer enkele malen per week verblijden, al dan niet lastigvallen, met mijn gekakel. Ik heb het te druk. Te druk om deze zware last te dragen.

Natuurlijk, niemand die me ook maar ergens toe verplicht. Niemand, behalve ikzelf. En ikzelf besef nu dat dit niet de wijze is om het optimale uit mijn belevenissen, herinneringen, fantasieën en visies te benutten. Ook al ben ik buiten beeld, ik blijf bij elk woord, elk besluit, elke publicatie denken aan U, de lezer.

Dit is echter niet de formule die ik wil hanteren. Ik ben er zelfs niet al te best in. Ik wil schrijven voor mezelf, voor geestverwanten, voor de geschiedenisboeken. Niet voor een korte glimlach of lichte schok van een ieder. Te veel hapsnap, te veel joligheid tot zover. Ik wil totale openheid. De ziekste fantasieën, de grootste twijfels, de meest schaamteloze beledigingen. Ook dat zal ik van me af, of naar me toe moeten schrijven om te voorkomen over een jaar of tien naakt aan een ketting te liggen in een ruimte van schuim, met als enige dreiging mijn eigen ontlasting.

Ik ga het allemaal vertellen, alles dat in me opkomt. Eindelijk iemand die de totale vrijheid van meningsuiting benutten gaat. Het wordt godverdomme tijd ook, na tweeduizend jaren pauselijke censuur.

Ik zal stoppen met het shockeren om het shockeren. Ik zal de geveinsde joligheid staken. Ik zal gebruik maken van al mijn talenten. Ik ben niet het helderste licht ooit geboren. Ik ben hier al vrij snel met mijn neus op de feiten gedrukt: velen zijn intelligenter, eloquenter, grappiger, muzikaler, stoerder, brakker. Ik ben in vele opzichten slechts middelmaat.

Streep eronder, accepteren. Ik word niet de beste schrijver ooit, niet de beste zanger ooit, niet de beste linksback ooit. Ik weet nu waar ik sta. Nu is het zaak om alles dat ik wel kan optimaal te benutten. Een zes die niet voor de tien gaat zal nooit een acht worden.

Eindelijk heb ik de haast te pakken die nooit meer op zal houden. Zo veel mogelijk, tot de dood ons volgt.

Het zal van de hak op de tak springen, het eindresultaat. Nu denk ik nog dat het mijn aversie tegen plot is. Over enkele jaren zal ik misschien beseffen dat het slechts gebrek aan ervaring is geweest. Eén ding staat voor mij echter vast: de manuscripten die ik over onbepaalde tijd bij De Bezige Bij op de deurmat zal flikkeren bevatten meer inhoud, waarheid, uitdaging tot nadenken en seks dan de gehele oeuvres van Kluun en Saskia Noort tezamen. Ik kan dat rustig zeggen. Ik heb er namelijk nog niks van gelezen.

Er zullen passages zijn waar de honden geen brood van lusten. Ook in onzekere tijden moet ik door. Als ik slechts op momenten van zekerheid blijf schrijven wordt het weer een volgend boekje. Dertien in een dozijn. Kijk eens hoe goed ik verhalen verzinnen kan. Kijk eens hoe virtuoos ik soms schrijven kan. Kijk eens, ik heb twee kaartjes voor het Boekenbal.

Nee. Onzekerheid, twijfel, ongeluk, verdriet. Een ieder die hier wel eens last van heeft, heeft behoefte aan herkenning. Gezamenlijke eenzaamheid maakt minder eenzaam.

Natuurlijk, mijn enige wens is dat mijn boek ooit goed verkocht gaat worden. Hebzucht, ijdelheid. Vandaar al deze grootse aankondigingen. Ik zal zo nu en dan één van de verhalen op de blog blijven kwakken. En natuurlijk zeg ik U nu alvast dat ik deze totaal willekeurig zal kiezen. Of sterker nog, slechts de grootste bagger mag gepubliceerd worden voordat mijn boek in de schappen ligt. Pas als U het gekocht heeft kunt U erachter komen dat het juist de pareltjes waren. Dan zit ik hopelijk al op een immer voortdurende cruise langs de zeven wereldzeeën.

Maakt U zich geen zorgen, ik red me wel. U had zich zorgen moeten moeten maken ten tijde van de geveinsde joligheid. Nu ga ik dat schrijven dat een ieder zeer bezorgd zou maken, mocht ik het direct publiceren. Over onbepaalde tijd zullen de teksten nog steeds hetzelfde zijn, maar omdat U zojuist een foto in een roddelblad heeft gezien waarop ik uit een limousine stap om het Boekenbal te betreden, zult U weten dat het inmiddels weer goed met me gaat.

De zomer is in aantocht. Laten we genieten.


3 mei 2012

woensdag 9 mei 2012

# 00032

Wat een stormachtige carrièresprongen maak ik nu! Drie maanden geleden nog de verlegen assistent facturatie, nu in rap tempo mijn debuutroman aan het oreren. Tegelijkertijd hard op weg de nieuwe nachtburgemeester van Berlijn te worden.

Slechts vijf kroegentochten. Slechts vijf keer hoefde ik mee te lopen om reeds als 'lead guide' gebombardeerd te worden. Voordelen? Iets meer salaris, dat boven al. Verder de bevoegdheid in mijn eentje een dronken menigte jonge toeristen door het nachtleven te leiden. Een beroep op mijn verantwoordelijkheidsgevoel. De kans eindelijk mijn geld te verdienen met roken en drinken, omringd door louter fans.

Gisteren was mijn eerste kroegentocht. Het kon vlekkelozer verlopen.

Ik zat er lekker in. Het bier ging als gegoten en ik werkte zo hard dat reeds in de tweede kroeg alle flessen sterk, die ik mee diende te nemen om gedurende de hele avond shots uit de delen, leeg waren. Niets kon een mooi vervolg nog in de weg staan, totdat ik tussen kroeg twee en kroeg drie wel erg gehinderd werd door een geborrel in mijn buik.

Geduld is normaal de enige remedie. Eenmaal aangekomen in kroeg drie besloot ik me even uit de groep te onttrekken en op een barkruk in een hoekje te wachten op beter tijden. Het leek te werken. Er kwam wat los. Ik kon wat nare bubbels kwijt door middel van lange, trage boeren. Ook aan de andere zijde diende zich eindelijk wat overtollige lucht aan. Ik tilde mijn linkerbil zo'n anderhalve centimeter boven het zitvlak en wachtte op de broodnodige ontluchting die komen zou.

Pfff. Pffffff. Dat was lekker. Pff. Pf. P. P. Pss. Psatsj!

Mijn vrees werd bevestigd toen ik naar beneden keek en enkele gitbruine stralen onder mijn broekspijp door mijn sok in zag trekken. Wat nu? In Godsnaam, wat nu? Vluchten kan niet meer.

Had het leven maar een backspace. Eén vingerknip die vijf minuten terug gaat in de tijd.

Ik besloot langzaam, zo langzaam mogelijk, mijn linkerbil weer naast de rechtse te plaatsen. Met de kennis van nu niet de verstandigste keuze. Nu voelde ik het miniklonterige sap ook even mijn rug opklimmen.

Zo onopvallend mogelijk de toiletten zien te bereiken. Dat was het enige dat ik kon doen.
De barman, of ik even glazen kon halen. Wat moest ik daar nu op antwoorden?

Ik griste de theedoek uit zijn riemlus, plaatste het tegen mijn achterste en snelwandelde door de dronken menigte richting toiletten.

Het kan niet zijn dat niemand me gezien heeft, bedacht ik terwijl ik op het toilet de zevende en laatste rol pleepapier aanbrak. En ik moest nog terug ook. Waarom had ik nou net deze avond uitgekozen om mijn egaal witte linnen broek aan te trekken?

Misschien kon ik het beste alles eerlijk vertellen. Aan iedereen. In deze stad geen schaamte, dus ik kan prima uitleggen dat mijn überbrakke leefstijl af en toe zijn schaduwkanten heeft.

Aan de andere kant, die ene was wel heel leuk en volgens mij was het ook enigszins wederzijds. Als ik dit nu openbaar zijn waarschijnlijk al mijn sekskansen vanavond verkeken.

Misschien heeft toch niemand het doorgehad. Laat ik deze avond weer eens uitgaan van het positieve. Ik loop gewoon met een stalen gezicht terug, alsof er niks gebeurd is.

Die bruine vlekken en strepen. Shit, niet aan gedacht. Die gaan natuurlijk opvallen. Onder de kraan houden, dan gaan ze er misschien uit. Maar nee, die kraan is buiten dit hok. En met deze drukte zal er altijd wel iemand passeren die mij in mijn blote reet zal betrappen.

Ik keek in de WC-pot. Daar zat natuurlijk ook water in. Maar lang niet genoeg schoon water om de hele broek mee te wassen. Ik kon vele malen doorspoelen, maar het zou allemaal te lang duren. Er moesten glazen gehaald. Er moest verantwoordelijkheid genomen. HAAST!

Ik keek nog eens in de WC-pot, voelde dat het borrelende gevoel in mijn buik nog steeds niet volledig verdwenen was en bedacht de oplossing.

Met een enigszins vochtige, maar egaal bruine linnen broek liep ik door het gangetje naar de uitgang van de toiletten. Voor de deur stopte ik even.

Ook al kijken ze zo dadelijk allemaal direct, houd je stalen gezicht Hansie. Loop rustig, maar vastberaden door naar achteren. Neem her en der wat lege glazen van tafel. Schud je hoofd wat mee op het ritme van de muziek. Toon een glimlach hier en daar. Ze zijn al aardig dronken, niks aan 't handje joh. Daar gaat ie dan, de dood of de gladiolen.

Oh, de deur opent naar buiten toe. Oke, daar gaat ie dan. De dood of de gladiolen.


3 mei 2012

# 00031

Ik ben niet gemaakt voor de dagen die per se bijzonder moeten worden. Toch valt het zwaar te weten dat in Nederland op dit moment een veertig uren durend gejuich losbarst. Hier krijg ik er niks van mee.

Ongetwijfeld, er zal ergens in deze stad vast een feest zijn met bezopen medelanders gekleurd in oranje, maar veel akeliger kan ik mij een avond eerlijk gezegd niet voorstellen. Begrijp me goed, ik was een fan van Koninginnedag. Ik kon er zeker van genieten. De openheid, de gekheid, veel beter kan het niet worden. Het moet echter niet geforceerd gekopieerd worden. Het is als Oktoberfest in het park van Nieuwegein, Halloween in Europa, Valentijnsdag, Moslimkerst, carnaval in Oldenzaal.

Laat het zoals het is, laat het worden zoals het wordt. Probeer het echter niet vooruit te duwen. Het werkt al, dus verzin alsjeblieft iets nieuws om het aanbod te verbreden, in plaats van ongevraagd uit te blijven rekken tot alle elasticiteit verloren gaat.

Juliana, God hebbe haar ziel. Opdat een ieder dronken mag worden ter nagedachtenis. Een verjaardag moet immers groots gevierd worden. Ik mis Nederland nu al. Het zou vanavond en morgen gevoeld hebben als Berlijn, mocht ik erbij geweest zijn. Goedkoop bier drinken op straat, geen regels.

Gelukkig wordt hier nog de Dag van de Arbeid gevierd. Dat schijnt er ongeveer hetzelfde aan toe te gaan, alleen zonder verplicht oranje. Een nationale feestdag voor jong en oud.

Eindelijk een vrije dag, daar was ik wel aan toe.


29 april 2012

# 00030

Ik moet hier een pen regelen. Dit swypen gaat veel te langzaam om mijn gedachten bij te kunnen houden. Met pen gaat het eigenlijk al niet snel genoeg.

Ik zou weer eens berichten in mijn telefoon in kunnen spreken, misschien dat dan de ware essentie eindelijk tot zijn recht komt. Ik krijg echter de indruk dat de omstanders in deze kroeg in de smiezen zullen krijgen dat er helemaal niemand aan de andere kant terugpraat. Natuurlijk, ik zal zo nu en dan abrupt zwijgen en goed- en afkeurende neurieklanken produceren, maar op die momenten loop ik weer een achterstand op mijn gedachten op.

Daarbij lijkt de Nederlandse taal te veel op de Duitse. Ze zullen doorkrijgen dat ik in mijzelf aan het praten ben. Ik ken ze niet en zal ze waarschijnlijk nooit meer tegenkomen, maar toch wil ik ook hier nog steeds alle personen in mijn omgeving laten denken dat ik heel normaal ben.

Raar eigenlijk. Ik heb ooit iemand over mij horen zeggen: 'Oh Hansie, dat is eigenlijk een hele normale jongen.' Een grotere belediging heb ik nog nooit gevoeld. Noem me een klootzak, fascist, rugtoerist, hippie, nietsnut, lapzwans, egoïst, gedrocht, schande of flutlinksback, het doet me niks. Maar noem me alsjeblieft niet normaal. Ik zal me nog gekker gaan gedragen en sta dan niet meer voor de gevolgen in.

Ik heb twee jaren lang geprobeerd me normaal te gedragen. In mijn kop werd ik met de dag gekker. Nu ik eindelijk aan de gekheid durf over te geven, ga ik me eindelijk weer eens normaal voelen.

Het is ook een verdomd lastige klus om hier als gek getypeerd te worden. Al nam ik honderd piercings, tatoeëerde ik vier fallussen op mijn rechterwang, verfde ik mijn haar paars en groen, droeg ik een lederen minirok en likte ik al het paarse plastic dat ik passeerde voor zeven seconden, niemand zou op of om kijken.

Ik ben maar een beginneling, ben ik achter gekomen. Nou nou, mijnheer heeft een paar jaar lang elke nacht tot zes uur gezopen. Niks dan lof, niks dan lof. Mijnheer rookte wel eens weken achter elkaar dagelijks twee joints. Chapeau chapeau chapeau. Mijnheer viel wel eens op een toilet in slaap. Hiep hiep hiep hiep hiep hiep hiep hoera Hansie. Wat ben jij toch brak.

Ik sta nu voor de keuze. Blijf ik trouw aan de belofte aan mezelf nooit harddrugs te gebruiken? Moet ik nog steeds besluiten een avondje zonder alcohol door te brengen als ik 's ochtends weer eens trillend wakker word in een plas van zweet, pis en gal? Moet ik weer de minstens-een-half-uur-ertussenregel hanteren als ik merk dat ik door het roken niet meer geruisloos kan in- en uitademen?

Ik ben hier om me te assimileren aan alles om me heen. Het zou vals spelen zijn me daar af en toe aan te onttrekken. Het zou zelfdestructie zijn er in mee te blijven gaan. Ik ben zwakker dan ik had gedacht, misschien nu al te oud.

Een jaartje of twaalf nu. Een jaartje of twaalf haal ik bijna al mijn geluk uit ongezondheid. Ik heb er vrede mee daardoor het bejaardentehuis te moeten missen. Ik ben tegen vergrijzing, puur uit macro-economisch oogpunt. Een jaartje of twintig erbij zou echter toch wel leuk zijn. Ik heb de wereld nog te veel te melden om binnenkort al het bijltje erbij neer te gooien. De wereld heeft mij nog vele gezichten tegoed.

Zoveel te doen, ik heb nog zoveel te doen. Ik moet de zon in Japan onder zien gaan.
Zoveel te doen, ik heb nog zoveel te doen. Ik moet nog hinkstapspringen op de maan.
Zoveel te doen, ik heb nog zoveel te doen. Ik moet hier ooit nog eens vandaan.

Maar straks is straks. En nu is nu. Straks zal het vast ook nu zijn, dus laat ik nu slechts aan nu denken. Dan denk ik straks vanzelf aan straks. Nu heb ik behoefte aan koud bier en een Pall Mall XL Full Flavour.

Genoeg te doen, ik heb nog genoeg te doen. 'Kellner, ein Sternburg bitte. Und hast du auch ein Feuerzeug?'


29 april 2012